In een complexe vectorruimte wordt het inproduct iets anders gedefinieerd dan in het reële geval:
Laat #V# een complexe vectorruimte zijn. Een inproduct op #V# is een functie die aan ieder tweetal vectoren #\vec{a}#, #\vec{b}# uit #V# een complex getal #\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}# toevoegt zo dat aan de volgende drie voorwaarden voldaan is:
- lineariteit in eerste argument: #\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}# is lineair in #\vec{a}#,
- Hermitesheid: #\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}=\overline{\dotprod{\vec{b}}{\vec{a}}}# voor alle #\vec{a},\vec{b}\in V#, waarbij #\overline{z}# de complex geconjugeerde van een complex getal #z# aangeeft.
- positief-definietheid: #\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}}\geq 0# voor alle #\vec{a}\in V#; bovendien geldt dat, als #\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}} = 0#, dan #\vec{a}=\vec{0}#.
Een complexe vectorruimte met een inproduct wordt vaak een (complexe) inproductruimte genoemd.
De lengte van een vector #\vec{v}# wordt (evenals in het reële geval) gegeven door #\sqrt{\dotprod{\vec{v}}{\vec{v}}}#.
Ook de afstand tussen #\vec{v}# en #\vec{w}# wordt gegeven door dezelfde formule als in het reële geval: #\norm{\vec{v}-\vec{w}}#.
Een complex inproduct wordt ook wel een Hermites inproduct genoemd (naar de wiskundige Hermite). Vanwege Hermitesheid geldt #\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}} = \overline{\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}}}#, zodat #\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}}# reëel is voor alle #\vec{a}\in V#. Daarom is de ongelijkheid #\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}}\geq 0# van de positief-definietheid zinvol.
Elke complexwaardige afbeelding #f:\mathbb{C}\to\mathbb{C}# met twee argumenten #a# en #b# uit de #1#-dimensionale vectorruimte #\mathbb{C}# die lineair in het eerste argument en Hermitisch is (dat wil zeggen: voldoet aan de regel Hermitesheid), heeft de vorm \[f(a,b) = \alpha\cdot a\cdot \overline{b\,}\phantom{xx}\text{ voor een reëel getal }\alpha\]Deze afbeelding is dan en slechts dan een inproduct op #\mathbb{C}# als #\alpha\gt0#.
We kunnen op #\mathbb{C}^n# op vele manieren een inproduct definiëren. Verreweg het meest gebruikt wordt het standaardinproduct van #\vec{a}=\rv{a_1,a_2,\ldots,a_n}# en #\vec{b}=\rv{b_1,b_2,\ldots,b_n}#:
\[\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}=a_1\cdot \overline{{b}_1}+a_2\cdot \overline{{b}_2}+
\cdots +a_n \cdot\overline{{b}_n}\]Als we dit inproduct tot #\mathbb{R}^n# beperken, dan wordt de complexe conjugatie overbodig en krijgen we het standaardinproduct op #\mathbb{R}^n#.
We gaan nog na dat het standaardinproduct aan de eisen van de definitie van een inproduct voldoet. Lineariteit in het eerste argument en positief-definietheid kunnen net zo bewezen worden als voor het reële geval. Hermitesheid bewijzen we met de volgende keten van gelijkheden voor #\vec{a},\vec{b}\in V#:
\[\begin{array}{rcl} \dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}& = &a_1\cdot \overline{{b}_1}+a_2\cdot \overline{{b}_2}+
\cdots +a_n \cdot\overline{{b}_n}\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{definitie standaardinproduct}}\\& = &\overline{\overline{a_1}\cdot{{b}_1}}+\overline{\overline{a_2}\cdot {{b}_2}}+
\cdots +\overline{\overline{a_n }\cdot{{b}_n}}\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{multiplicativiteit complex conjugatie}}\\ & = &\overline{ \overline{a_1}\cdot {b_1}+\overline{a_2}\cdot {b_2}+
\cdots +\overline{a_n }\cdot{b_n} }\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{additiviteit complex conjugatie}}\\ & = &\overline{{b_1}\cdot\overline{a_1}+{b_2}\cdot\overline{a_2}+
\cdots +{b_n}\cdot\overline{a_n } }\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{commutativiteit complexe vermenigvuldiging}}\\ &=&\overline{\dotprod{\vec{b}}{\vec{a}}}\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{definitie standaardinproduct}}\end{array}\]
Laat #V# de verzameling van complexwaardige continue functies zijn gedefinieerd op een reëel interval #\ivcc{a}{b}#. Hierbij betekent complexwaardig dat de waarden van #f# in #\mathbb{C}# liggen en continu dat elk van de twee samenstellingen #\Re\circ f# (het reële deel van #f#) en #\Im\circ f# (het imaginaire deel van #f#) een continue functie #\ivcc{a}{b}\to\mathbb{C}# is. Dan is #V# met de gewone puntsgewijze optelling en scalaire vermenigvuldiging een vectorruimte. Neem #f,g\in V# en definieer
\[\dotprod{f}{g}= \int_a^b f(x)\cdot \overline{g(x)}\,\dd x
\]De verificatie dat op deze wijze een inproduct op #V# is gedefinieerd is eenvoudig, behalve het tweede deel van positief-definietheid. Dat gaat als volgt. Neem #f\in V# en stel #f(\alpha )\neq 0# voor een getal #\alpha# in #\ivcc{a}{b}#. Dan is er een interval #\ivcc{h}{h+\delta}# van positieve lengte #\delta# om #\alpha# binnen #\ivcc{a}{b}# zo dat #|f(x)|\gt\frac12|f(\alpha )|\gt0# voor alle #x# in dat interval. Dan is
\[
\dotprod{f}{f}= \int_a^b|f(x)|^2\dd x\geq \int_h^{h+\delta}|f(x)|^2\dd x\gt \int_h^{h+\delta}\left(\frac12|f(\alpha )|\right)^2\dd x\geq \frac14\delta\cdot |f(\alpha )|^2\gt 0
\]Dus als #\dotprod{f}{f} = \ 0#, dan is #f(x) = 0# voor alle #x\in\ivcc{a}{b}#.
Een belangrijk voorbeeld is de deelruimte van de inproductruimte #V# van complexe functies gedefiniëerd op #\ivcc{0}{2\pi}# opgespannen door de functies #e_n# voor #n\in\mathbb{Z}# gedefinieerd door
\[
e_n(x)=\ee^{\ii nx}
\]Als #n\neq m#, dan geldt #e_n\perp e_m#, want\[\begin{array}{rcl}\dotprod{e_n}{e_m}&=&\displaystyle \int_0^{2\pi}\ee^{\ii nx}\overline{\ee^{\ii mx}}\dd x\\&&\color{blue}{e_n(x)=\ee^{\ii nx}\text{ en definitie functieinproduct}}\\&=& \displaystyle\int_0^{2\pi}\ee^{\ii(n-m)x}\dd x\\&&\color{blue}{\overline{\ee^{\ii mx}}=\ee^{-\ii mx}\text{ en }\ee^a\ee^b=\ee^{a+b}}\\&=&\displaystyle\left[\frac{1}{\ii(n-m)}\ee^{\ii(n-m)x}\right]_0^{2\pi}\\&&\color{blue}{\text{primitieve van }\ee^{ax}\text{ is }\frac{1}{a}\ee^{ax}}\\&=&\displaystyle \frac{1}{\ii(n-m)}\left(\ee^{\ii(n-m)2\pi}-\ee^0\right)\\&&\color{blue}{\text{integratiegrenzen ingevuld}}\\&=&\displaystyle \frac{1}{\ii(n-m)}\left(\cos\left((n-m)2\pi\right)+\ii\cdot\sin\left((n-m)2\pi\right)-1\right)\\&&\color{blue}{\text{formule van Euler en }\ee^0=1}\\&=&\displaystyle \frac{1}{\ii(n-m)}\left(1+\ii\cdot 0-1\right)\\&&\color{blue}{\cos(2\pi k)=1\text{ en }\sin(2\pi k)=0\text{ voor alle }k\in\mathbb{N}}\\&=&0\end{array}\]Ook is\[
\begin{array}{rcll}
\norm{e_n}^2 &=& \dotprod{e_n}{e_n}&\color{blue}{\text{definitie norm}}\\&=&\displaystyle \int_0^{2\pi}\ee^{\ii nx}\overline{\ee^{\ii nx}}\dd x & \color{blue}{e_n(x)=\ee^{\ii nx}\text{ en definitie functieinproduct}}\\
&=&\displaystyle \int_0^{2\pi}\ee^{\ii nx}\ee^{-\ii nx}\dd x & \color{blue}{\text{complexe conjugatie}}\\
&=&\displaystyle \int_0^{2\pi}\dd x & \color{blue}{\ee^a\ee^{-a}=\ee^{a-a}=\ee^0=1}\\
&=&2\pi&\color{blue}{\text{geïntegreerd}}
\end{array}
\]zodat
\[\norm{e_n}=\sqrt{2\pi}\text{ voor alle }n\in\mathbb{Z}\]Deze functies staan centraal in de complexe Fouriertheorie.
Het complexe inproduct is niet bilineair. Het is lineair in het eerste argument, maar halflineair in het tweede argument; dat wil zeggen: \(\dotprod{\vec{a}}{(\lambda\vec{b}+\mu\vec{c})} =\overline{\lambda} \cdot (\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}})+\overline{\mu} \cdot (\dotprod{\vec{a}}{\vec{c}})\). Hier is de afleiding van deze eigenschap:
\[\begin{array}{rcl}\dotprod{\vec{a}}{(\lambda\vec{b}+\mu\vec{c})} &=& \overline{\dotprod{(\lambda \vec{b}+\mu\vec{c})}{ \vec{a}}} \\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{Hermitisch}}\\ &=& \overline{\lambda \cdot(\dotprod{\vec{b}}{\vec{a}})+\mu \cdot(\dotprod{\vec{c}}{\vec{a}})}\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{lineariteit inproduct in eerste argument}}\\&=&\overline{\lambda}\cdot \overline{\dotprod{\vec{b}}{\vec{a}}}+\overline{\mu}\cdot \overline{\dotprod{\vec{c}}{\vec{a}}}\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{eigenschappen complexe conjugatie}}\\ & =& \overline{\lambda} \cdot (\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}})+\overline{\mu} \cdot (\dotprod{\vec{a}}{\vec{c}})\\&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{Hermitisch}}\end{array}\]
Het complexe inproduct is dus lineair in het eerste argument en niet in het tweede maar wel half, namelijk op een complexe conjugatie na. Daarom wordt het complexe inproduct wel anderhalf-lineair genoemd.
Het begrip van de hoek is in het complexe geval een stuk gecompliceerder dan in het reële geval. Dit zullen we ook niet behandelen in deze cursus.
De ongelijkheid van Cauchy-Schwarz, bekend voor reële inproductruimten, luidt als volgt in het complexe geval.
In een complexe inproductruimte #V# geldt voor alle vectoren #\vec{a},\vec{b}\in V#
\[
|\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}|\leq\norm{\vec{a}}\cdot\norm{\vec{b}}
\]Deze ongelijkheid wordt dan en slechts dan een gelijkheid als #\vec{a}# en #\vec{b}# lineair afhankelijk zijn.
Het bewijs van de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz in het complexe geval is iets ingewikkelder dan in het reële geval.
Als #\vec{a} =\vec{0}#, dan volgt uit de lineariteit van het inproduct in het eerste argument dat \[\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}} = \dotprod{(0\cdot\vec{a})}{\vec{b}}= 0\cdot(\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}})= 0\] voor alle #\vec{b}# dus ook #\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}}= 0#, zodat #\norm{\vec{a}}=0#. De ongelijkheid van Cauchy-Schwarz geldt in dit geval met het gelijkheidsteken. Dit bewijst de regel voor het geval #\vec{a}=\vec{0}#, want #\vec{0}# en #\vec{b}# zijn lineair afhankelijk.
Neem nu aan dat #\vec{a}\neq\vec{0}# en laat #\vec{b}\in V#. Schrijf #\varphi# voor het complexe argument van #\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}# en #\vec{a}^{\,*}# voor #\ee^{-\ii\varphi}\cdot\vec{a}#. Dan is
\[\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}=\ee^{-\ii\varphi}\cdot(\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}})\in\mathbb{R}
\]Voor #\lambda \in \mathbb{R}# definiëren we
\[
f(\lambda )= \dotprod{(\lambda\vec{a}^{\,*} +\vec{b})}{(\lambda \vec{a}^{\,*}+\vec{b})}
\]Uitwerking van #f(\lambda)# laat zien dat deze een kwadratische functie in #\lambda# is:
\[
\begin{array}{rcll}
f(\lambda ) &=&\dotprod{(\lambda \vec{a}^{\,*}+\vec{b})}{(\lambda\vec{a}^{\,*}+\vec{b})}&\color{blue}{\text{definitie }f}\\
&=&\lambda^2(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{a}^{\,*}})+\lambda(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})+\lambda (\dotprod{\vec{b}}{\vec{a}^{\,*}})+\dotprod{\vec{b}}{\vec{b}}&\color{blue}{\text{haken uitgewerkt}}\\&=&\lambda^2(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{a}^{\,*}})+\lambda(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})+\lambda (\overline{\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}})+\dotprod{\vec{b}}{\vec{b}}&\color{blue}{\text{Hermitesheid}}\\&=&\lambda^2(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{a}^{\,*}})+\lambda(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})+\lambda (\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})+\dotprod{\vec{b}}{\vec{b}}&\color{blue}{\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}\in\mathbb{R}}\\&=&\norm{\vec{a}^{\,*}}^2\lambda^2+2(\dotprod{\vec{a}^{\,*} }{\vec{b}})\lambda+\norm{\vec{b}}^2&\color{blue}{\text{definitie norm}}
\end{array}
\]In het bijzonder is #f(\lambda)# een kwadratische veelterm met reële coëfficiënten (hierboven zagen we namelijk dat \(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}\) reëel is) en geldt #f(\lambda)\geq 0# voor iedere #\lambda \in\mathbb{R}#. Omdat deze reële functie nooit negatief is, moet de discriminant kleiner dan of gelijk aan nul zijn:
\[
4(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})^2-4\norm{\vec{a}^{\,*}}^2\cdot\norm{\vec{b}}^2\leq0\]Na deling door #4# en overbrenging van de tweede term naar rechts vinden we \((\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})^2\leq\norm{\vec{a}^{\,*}}^2\cdot\norm{\vec{b}}^2\). Omdat de waarden aan beide zijden nooit negatief zijn, is dit equivalent met
\[|\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}|\leq\norm{\vec{a}^{\,*}}\cdot\norm{\vec{b}}
\]waarbij #|x|# de absolute waarde van een complex getal #x# is. We concluderen
\[\begin{array}{rclcl}|\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}|&=& |\dotprod{(\ee^{\ii\varphi}\cdot\vec{a}^{\,*})}{\vec{b}}|&\phantom{xx}&\color{blue}{\vec{a}^{\,*}=\ee^{-\ii\varphi}\cdot\vec{a}}\\&=& |\ee^{\ii\varphi}\cdot(\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}})|&\phantom{xx}&\color{blue}{\text{lineariteit inproduct in eerste argument}}\\& =&|\ee^{\ii\varphi}|\cdot |\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}|&\phantom{xx}&\color{blue}{\text{multiplicativiteit van de absolute waarde}}\\ &=& |\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}|&\phantom{xx}&\color{blue}{|\ee^{\ii\varphi}|=1}\\ &\leq &\norm{\vec{a}^{\,*}}\cdot\norm{\vec{b}}&\phantom{xx}&\color{blue}{\text{zojuist hierboven bewezen}}\\ &=&\norm{\ee^{-\ii\varphi}\vec{a}}\cdot\norm{\vec{b}}&\phantom{xx}&\color{blue}{\vec{a}^{\,*}=\ee^{-\ii\varphi}\cdot\vec{a}}\\&=&\norm{\vec{a}}\cdot\norm{\vec{b}}&\phantom{xx}&\color{blue}{\text{multiplicativiteit norm en }|\ee^{-\ii\varphi}|=1\text{ als boven} }\end{array}
\]
We eindigen met vast te stellen dat de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz een gelijkheid is dan en slechts dan als #\vec{a}# en #\vec{b}# lineair afhankelijk zijn. De twee vectoren #\vec{a}# en #\vec{b}# zijn lineair afhankelijk dan en slechts dan als ten minste een van de twee de nulvector is of als beide ongelijk aan de nulvector zijn en er een complexe scalar #\mu# is zo dat #\vec{b} = \mu \,\vec{a}#.
Als ten minste een van de twee de nulvector is, dan zijn beide zijden van de Cauchy-Schwarz ongelijkheid gelijk aan nul, en dus is de ongelijkheid is een gelijkheid. Omgekeerd, als beide zijden van de ongelijkheid gelijk aan nul zijn, dan is in het bijzonder de rechter kant gelijk aan nul. Hieruit volgt dat #\norm{\vec{a}}=0# of #\norm{\vec{b}}=0#, zodat #\vec{a} =\vec{0}# of #\vec{b} = \vec{0}#; dus zijn #\vec{a}# en #\vec{b}# lineair afhankelijk. Dit laat zien dat de rechter zijde van de ongelijkheid dan en slechts dan gelijk aan #0# is als ten minste een van de twee vectoren gelijk is aan #\vec{0}#.
Daarom mogen we voor de rest van het bewijs aannemen dat elk van #\vec{a}# en #\vec{b}# ongelijk aan de nulvector is. Als ze lineair afhankelijk zijn, dan is er een complexe scalar #\mu# zo dat #\vec{b} = \mu \vec{a}#, en dus \[ |\dotprod{\vec{a}}{\vec{b}}| =|\overline{\mu}|\cdot\dotprod{\vec{a}}{\vec{a}}=|{\mu}|\cdot \norm{\vec{a}}\cdot\norm{\vec{a}}=\norm{\vec{a}}\cdot\left(|{\mu}|\cdot\norm{\vec{a}}\right)= \norm{\vec{a}}\cdot\norm{\vec{b}}\]
Er geldt dan dus gelijkheid in de Cauchy-Schwartz ongelijkheid. Omgekeerd, als gelijkheid geldt, dan moet het ongelijkheidsteken in bovenstaande afleiding van de ongelijkheid een gelijkheidsteken zijn: \(|\dotprod{\vec{a}^{\,*}}{\vec{b}}|=\norm{\vec{a}^{\,*}}\cdot\norm{\vec{b}}\). Dit betekent dat de discriminant van de reële kwadratische functie #f(\lambda)# gelijk is aan nul, en dus dat #f(\lambda)# een nulpunt heeft. Laat #\lambda =\mu# een oplossing zijn van #f(\lambda) = 0#. Dan geldt \(\dotprod{(\mu\vec{a}^{\,*} +\vec{b})}{(\mu \vec{a}^{\,*}+\vec{b})}=f(\mu) = 0\), en dus \(\vec{b}=-\mu\vec{a}^{\,*}=-\mu\cdot\ee^{-\ii\varphi}\cdot\vec{a}\). We hebben aangetoond dat #\vec{a}# en #\vec{b}# lineair afhankelijk zijn. Dit beëindigt het bewijs van de uitspraak over gelijkheid in de ongelijkheid van Cauchy-Schwartz.
Een interessant gevolg van de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz is het volgende feit: laat #\rv{a_1,\ldots ,a_n}# en #\rv{b_1,\ldots ,b_n}# rijen complexe getallen zijn. Dan geldt de ongelijkheid:
\[ \left|\,\sum_{i=1}^n\ a_i\overline{b_i}\,\right|^2\leq\left(\,\sum_{i=1}^n|a_i|^2\right)\cdot \left(\,\sum_{i=1}^n|b_i|^2\right) \]
Bekijk de inproductruimte #\mathbb{C}^2# met het standaardinproduct.
Bepaal het inproduct van de vectoren
\[
\vec{x}=\rv{3-5\cdot \complexi,\complexi-5}\quad\text{ en } \quad \vec{y}=\rv{2\cdot \complexi+4,5-\complexi}
\]
#-26\cdot \complexi-24#
\[\begin{array}{rcl}
\dotprod{\vec{x}}{\vec{y}}&=&\dotprod{\rv{3-5\cdot \complexi,\complexi-5}}{\rv{2\cdot \complexi+4,5-\complexi}}\\
&&\phantom{xx}\color{blue}{\vec{x}\text{ en }\vec{y}\text{ uitgeschreven }}\\
&=&(3-5\cdot \complexi)\cdot( \overline{2\cdot \complexi+4})+(\complexi-5)\cdot (\overline{5-\complexi})\\
&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{definitie standaardinproduct}}\\
&=&(3-5\cdot \complexi)\cdot(4-2\cdot \complexi)+(\complexi-5)\cdot (\complexi+5)\\
&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{complexe conjugatie uitgeschreven}}\\
&=&-26\cdot \complexi-24\\
&&\phantom{xx}\color{blue}{\text{vereenvoudigd}}
\end{array}
\]