Bij een berekening met alleen optellen en aftrekken, werken we van links naar rechts.

Voorbeeld
\begin{array}{rcl}
\blue{13-5} +7 &=& \blue{8} +7 \\
&=& 15
\end{array}

Bij een berekening met alleen vermenigvuldigen en delen, werken we ook van links naar rechts.

Voorbeeld
\begin{array}{rcl}
\blue{8 : 2} \times 3 &=& \blue{4} \times 3 \\
&=& 12
\end{array}

Vermenigvuldigen en delen gaat voor optellen en aftrekken.

Voorbeeld
\begin{array}{rcl}
7+\blue{5\times 8} &=& 7+\blue{40} \\
&=& 47
\end{array}

Bereken altijd eerst wat binnen de haakjes staat. De berekening tussen de haakjes gaat voor elke andere bewerking.

Voorbeeld
\begin{array}{rcl}
\blue{(3+5)}\times 8 &=& \blue{8}\times {8} \\
&=& 64
\end{array}